Naarmate je het vasten langer kunt volhouden treden er steeds sterkere effecten op in het lichaam

 

Eerste paar uren na de maaltijd

Tot een a twee uur na een maaltijd met koolhydraten of eiwitten stijgt het bloedsuikerniveau. Het lichaam reageert door het aanmaken van insuline die ervoor zorgt dat de lichaamscellen suiker opnemen. Het lichaam kan een beperkte hoeveelheid glucose als glycogeen opslaan in de lever en de spieren.

Bij gezond mensen is zo’n drie uur na de maaltijd het bloedsuikergehalte weer naar een basisniveau gedaald.

Na 6 tot 8 uur heeft het voedsel de maag en de dunne darm doorlopen. Op dat moment kan je energieniveau toenemen omdat je lichaam zich niet meer hoeft in te spannen om het voedsel te verteren.

 

12 uur na je laatste maaaltijd

Na twaalf uur komt het lichaam in een toestand van vasten. Je groeihormonen nemen toe en omdat er vanuit de voeding geen bloedglucose wordt toegevoegd daalt het insulineniveau.

Dalende insuline maakt de toename van vetverbranding mogelijk en nu wordt lichaamsvet omgezet in ketonen en begint ketosis.

De aanmaak van BDNF begint (Brain Derived Neurotrophic Factor - stimuleert de vorming van nieuwe verbindingen in de hersenen).

 

Van 12 tot 24 uur

Gedurende deze fase neemt de hoeveelheid glycogeen (opgeslagen koolhydraten) verder af. Hierdoor daalt het insuline niveau en neemt de vetverbranding langzaamaan steeds verder toe. Vanaf 16 uur stijgt het niveau van menselijk groeihormoon.

Ook epinefrine en cortisol niveaus nemen toe waardoor je alert en energiek wordt.

Door de dalende bloedsuikerspiegel kun je wat ongemak voelen.

 

Tussen de 12 en 16 uur vasten ontstaat een piek in vetverbranding.

Na 16 uur blijft het lichaam vragen om glucose en treedt een proces op van gluconeogenese waarbij andere lichaamsstoffen en sommige eiwitten worden omgezet in glucose.

Er ontstaat een verdubbeling in het niveau van ketonen in het bloed (klopt dit).

 

Na ongeveer 18 – 20 uur begint ook het proces van autofagie waarbij het lichaam restmateriaal gaat recycleren. Tijdens autofagie worden ook virussen, gisten, oude cellen en schimmels in het lichaam opgeruimd.

Beschadigde cellen sterven af en verkeerd gevormde of beschadigde eiwitten worden opgeruimd en hergebruikt.

 

Van 24 tot 48 uur

Na 24 uur raakt de glycogeen voorraad uitgeput en start een proces van gluconeogenese waarbij uit de in het lichaam aanwezige glycol en overtollige eiwitten nog glucose wordt gemaakt.

Tot aan 28 uur blijft de vraag van de hersenen om glucose hoog.

 

Omdat er geen voedsel verteerd hoeft te worden komen de darmen nu tot rust en beginnen zij zich te herstellen.

 

Autofagie neemt verder toe en piekt tussen de 24 en 36 uur vasten.

Ontstekingsreacties in het lichaam nemen af en klachten van reuma en auto-immuunziekten worden minder.

 

De productie van BDNF, een factor die zorg voor herstel, groei en plasticiteit van de hersenen, komt op gang.

De aanmaak van stamcellen neemt toe.

De hoeveelheid groeihormoon neemt gestaag toe en piekt na 48 uur.

 

Van 48 tot 72 uur

Vanwege het ontbreken van eiwitten en suikers neemt autofagie sterk toe, tot een piek na 72 uur.

 

Na 72 uur

Na drie tot vijf dagen piekt het niveau van groeihormoon tot wel 1.200%

De productie van ketonen in de lever neemt sterk toe. De hersenen en ander organen zoals spieren en het hart schakelen over op het gebruiken van ketonen als hun belangrijkste energiebron.

Het lichaam schakelt over op het behoud van spiermassa.

Na 48 tot 72 uur zetten de effecten van vasten door, maar de positieve effecten nemen af.

 

Langdurig vasten

Er zijn mensen die er voor kiezen om gedurende periodes van meerdere dagen of zelfs weken te vasten.